Thieu van der Bruggen is 27 jaar en woont in Dongen. “Ik ben trotse vader van een dochter en werk in het dagelijks leven als loodgieter,” vertelt hij. Buiten het voetbal is hij regelmatig te vinden op de padelbaan. “Dat is een mooie afwisseling en een leuke manier om fit te blijven.”
Zijn voetbalcarrière begon al op jonge leeftijd. “Ik ben op mijn vierde begonnen bij Olympia’60,” blikt Thieu terug. “In de B-jeugd maakte ik de overstap naar VV Dongen, waar ik vier jaar heb gespeeld. Daarna ben ik weer teruggekeerd bij Olympia. Ik begon bij de senioren als vleugelspits, maar al snel stond ik op de backpositie. Inmiddels speel ik centraal achterin.”
Thieu heeft in die jaren mooie en minder mooie momenten meegemaakt. “Hoogtepunten zijn voor mij het scoren bij mijn debuut en het behalen van de nacompetitie afgelopen seizoen. Dat zijn echt momenten die je bijblijven. Maar er waren ook dieptepunten, zoals het seizoen waarin we uit de derde klasse degradeerden. Voor de winterstop deden we nog goed mee, maar daarna verloren we eigenlijk alles.”
Olympia is voor Thieu veel meer dan zomaar een club. “Olympia voelt als een warm nest, echt als thuiskomen,” zegt hij met een glimlach. “Iedereen is gelijk en iedereen is welkom. Daarbij is het er altijd supergezellig. Dat maakt deze club bijzonder.”
Als speler heeft hij niet één groot voorbeeld. “Ik kijk vooral naar teamgenoten en spelers om me heen. Ik vind het mooi om te zien hoe anderen het spel lezen en daar leer ik veel van.”

Het afgelopen seizoen omschrijft Thieu als eentje met twee gezichten. “De eerste seizoenshelft draaiden we supergoed en misten we de eerste periodetitel op een haar na. In de tweede seizoenshelft wilden dingen maar niet lukken; we maakten onze kansen niet af en bij ons vloog de bal er juist wel in. De kans dat we nog nacompetitie mochten spelen was eigenlijk heel klein. We waren afhankelijk van twee of drie andere wedstrijden, maar alles viel precies goed. Helaas werden we daar al snel met onze neus op de feiten gedrukt.”
Over de toekomst is hij optimistisch, maar realistisch. “Ik verwacht dat we komend seizoen bovenin mee gaan draaien,” zegt hij. “We hebben een aantal goede versterkingen binnengehaald en als team zijn we door vorig seizoen weer een stuk volwassener geworden. Al blijft het natuurlijk altijd afwachten hoe het loopt.”
Bijgeloof of vaste gewoontes heeft hij niet. “Ik heb geen rituelen voor of rond een wedstrijd,” lacht hij. Ook over de muziek in de kleedkamer is hij makkelijk. “Het maakt me niet zoveel uit wat er gedraaid wordt, als het na afloop van de wedstrijd maar Arjon’s Party Medley deel 1 is — want dat betekent dat we gewonnen hebben.”
Zijn persoonlijke ambitie is duidelijk. “Ik wil nog één keer kampioen worden met Olympia,” zegt Thieu vastberaden. “Nog een keer dat grote feest meemaken, dat lijkt me fantastisch.”
Tot slot spreekt hij de hoop uit dat de club en het publiek elkaar ook dit seizoen weer blijven vinden. “Ik hoop dat we mooie wedstrijden gaan spelen en dat de supporters ons blijven steunen. Samen kunnen we er een geweldig jaar van maken.”











