Koppen is al decennialang onlosmakelijk verbonden aan het voetbalspel. Tegelijkertijd groeit wereldwijd en ook in Nederland de aandacht voor de mogelijke gevolgen van herhaaldelijk koppen voor de hersengezondheid van voetballers. De KNVB neemt deze signalen serieus en kiest voor een zorgvuldige en wetenschappelijk onderbouwde aanpak.
Hoewel er nog geen onomstotelijk bewijs is dat koppen direct hersenschade veroorzaakt, wijzen steeds meer onderzoeken erop dat herhaaldelijk koppen met grote impact en onvoldoende hersteltijd een potentieel risico kan vormen voor de gezondheid van spelers. Daarom kiest de KNVB ervoor om nu al verantwoordelijkheid te nemen, voorzorgsmaatregelen te treffen en het beleid nog verder aan te scherpen.
Koppen in het voetbal
De KNVB heeft de afgelopen jaren al verschillende maatregelen genomen om de veiligheid te vergroten en de kopbelasting te beperken:
Jeugdteams tot en met Onder 12 jaar spelen op kleinere velden met lichtere ballen.
Er gelden aangepaste spelregels, zoals indribbel en selfpass.
Onderzoek laat zien dat spelers in Onder 13 jaar gemiddeld slechts één keer per twaalf wedstrijden koppen. Een algeheel verbod zou daarom weinig effect hebben en zelfs averechts werken
Jeugdspelers dienen de koptechniek juist spelenderwijs en verantwoord te leren, bij voorkeur met lichtere ballen of foamballen, zodat zij later veilig, technisch vaardig en met vertrouwen kunnen koppen.












Wat een patat generatie aan t kweken vroeger kopte ver mit medicijnballen !! Mer mer watjes op vandaag