Tom Jansen is 25 jaar oud en woont in Etten-Leur. Hij voetbalt al bijna zijn hele leven bij DSE. “Ik ben begonnen toen ik zes was en speel inmiddels dus m’n twintigste seizoen,” vertelt hij. “Mijn broer Erik speelt nu in het derde, en ook mijn vader Wim heeft jarenlang in het eerste van DSE gespeeld. Dat ik nu op hetzelfde veld loop, maakt het extra mooi.”
In het dagelijks leven is Tom ondernemer. Hij runt een eigen bedrijf in online retail, waar hij zijn eigen producten verkoopt via internet. Toch blijft sport zijn grote passie. “Naast voetbal ben ik bijna dagelijks in de sportschool te vinden. En als er een wedstrijd is in de Premier League of tijdens een groot toernooi? Dan zit ik voor de buis.”
Eén club, één team
Tom heeft nooit bij een andere club gevoetbald dan DSE. “Het is een gezellige club, maar wel eentje waar prestatie óók telt. Wat het voor mij extra bijzonder maakt, is dat ik met veel jongens al m’n hele leven samen speel. Het voelt haast als een vriendenteam én een eerste elftal in één.”
Zijn positie op het veld veranderde in de loop der jaren. “In de jeugd stond ik vaak op 8, het middenveld. Bij de selectie werd ik al snel centrale verdediger, maar sinds vorig seizoen speel ik weer als verdedigende middenvelder, als een soort nummer 6.”
Kampioenen en pech
Hoogtepunten zijn er genoeg. “Het kampioenschap met het eerste in 2019, dat was echt een prachtig moment. Maar ook het kampioen worden met de A1 vergeet ik niet snel.” Minder rooskleurig zijn de blessures die Tom in de weg zaten: “Er zijn weinig spieren of pezen waar ik géén last van heb gehad in de afgelopen vijf jaar. Maar hopelijk is dat nu eindelijk voorbij.”
Afgelopen seizoen eindigde DSE hoog en werd de finale van de nacompetitie gehaald. “We troffen daarin een pittige tegenstander die op dat moment gewoon wat verder was dan wij. Persoonlijk had ik een zware tweede seizoenshelft door blessures, maar gelukkig kon ik de nacompetitie nog meedoen.”
Volle focus
Als het aan Tom ligt, wordt komend seizoen nóg beter. “Onze groep is vrijwel onveranderd gebleven, en als we wat minder blessures hebben, durf ik wel op meer te hopen dan vorig jaar. Persoonlijk wil ik altijd voor het hoogst haalbare gaan. En dat is plek één.”
Op wedstrijddagen is Tom volledig gefocust. “Een echt ritueel heb ik niet, maar ik ben er al de avond ervoor mee bezig. Dan hou ik me rustig, zodat ik de volgende dag fit ben.” En op de box? “Roxy Dekker werkt altijd wel om in de stemming te komen,” lacht hij.
Vriendschap en humor
DSE draait voor Tom niet alleen om presteren, maar ook om de sfeer. “We nemen veel verhalen van buiten het veld mee naar de trainingen. Niks mooiers dan iemand daar de hele training mee kloten. Dat houdt het luchtig, hoe fanatiek we ook zijn.”
Zijn persoonlijke ambitie is helder: “Ik wil nog één keer kampioen worden, en dan het hele seizoen fit blijven. Geen gemiste wedstrijden, gewoon vol meedoen — dat zou geweldig zijn.”












