In Goirle voelt hij zich thuis, en datzelfde geldt voor zijn club: Art Houben is VOAB’er in hart en nieren. De 21-jarige aanvaller staat aan de vooravond van zijn derde seizoen in de selectie en is vastberaden om zich na blessureleed weer volledig te laten zien. “Ik wil mijn stempel gaan drukken,” zegt hij met overtuiging.
Houben combineert zijn sportieve ambities met een studie Bedrijfskunde aan de HAS in ’s-Hertogenbosch. Daarnaast werkt hij bij Boomkwekerij Udenhout. Stilzitten zit er voor hem sowieso niet in. “Ik sport graag in de gym en doe elke week Hyrox-trainingen met vrienden. En met diezelfde gasten trek ik ook graag naar festivals of ga ik een avondje op stap,” lacht hij.
Zijn voetbalavontuur begon al vroeg: “Ik was vier toen ik bij VOAB begon als linksbuiten. Twee jaar later zette Mark van Berkel me centraal achterin. Een gouden zet, want via die positie werd ik gescout door Willem II.” Hij speelde zo’n twee jaar in de jeugdopleiding van de Tilburgse profclub. Daarna keerde hij terug naar zijn oude nest. “En ik ben er nooit meer weggegaan.”
Zijn meest memorabele moment op het veld? Dat is er één met twee gezichten: “De bekerfinale in de O19-1 tegen Helmond Sport. Geweldig dat we die finale haalden, maar het verlies blijft natuurlijk zuur. Dan wil je hem ook winnen.”
In zijn eerste seizoen bij de selectie speelde Houben direct veel wedstrijden in de basis. Dat hij toen al werd gezien als een waardevolle schakel, is geen toeval. “Het vertrouwen was er meteen. Helaas kon ik dat afgelopen jaar door blessures niet volledig waarmaken.”
Toch is er geen twijfel over zijn potentie. Met zijn drive, kwaliteiten en clubgevoel wordt verwacht dat hij de komende jaren zal uitgroeien tot een vaste kracht binnen VOAB 1. “We hebben een jonge en sterke groep. Het niveau ligt hoog, en ik wil weer belangrijk zijn. Komend seizoen willen we écht meedoen om promotie. Dat moet ook kunnen met deze selectie.”
Voor wedstrijden heeft Art geen vaste rituelen. “Ik probeer vooral ontspannen te blijven. In de kleedkamer zorgt de aanvoerder meestal voor de muziek – als het maar wat energie geeft, dan zit het goed.”










