Steven Molenschot is 29 jaar oud en woont samen met zijn verloofde Hedy in Breda. In het dagelijks leven werkt hij als ICT-consultant bij PharmaPartners op de afdeling Huisartsenzorg. “Een mooie uitdaging waarin ik technologie inzet om huisartsenpraktijken beter te laten functioneren,” vertelt hij nuchter. Maar zodra het weekend nadert, verschuift zijn focus resoluut naar het voetbal. Steven is sinds 2018 middenvelder bij Almkerk en start binnenkort aan zijn achtste seizoen bij de dorpsclub.
Van jonkie bij Waspik naar vaste kracht in Almkerk
Op zijn 15e debuteerde Steven al in het eerste elftal van Waspik. “Ik ben daar echt opgegroeid, tussen vrienden, in een vertrouwde omgeving.” In 2018 maakte hij de overstap naar Almkerk. “De club speelde structureel op een hoger niveau en ik wilde mezelf verder ontwikkelen.”
Zijn favoriete positie is die van aanvallende middenvelder – ‘op tien’. “Daar kan ik het beste mijn creativiteit kwijt. Maar ik ben flexibel: ik heb ook gespeeld als rechtsbuiten, tweede spits en op andere middenveldposities.”
Het afgelopen seizoen was een van de beste in zijn carrière. Almkerk eindigde op de tweede plaats met maar liefst 53 punten – een clubrecord – en streed tot het eind mee om promotie naar de vierde divisie. “We hebben echt vaak wedstrijden naar ons toe weten te trekken in de slotfase. Sommigen noemen het geluk, maar ik noem het karakter.”
Helaas liep het net anders. “We misten de promotie via de nacompetitie. Na een lang en zwaar seizoen, waarin we ook een druk bekerprogramma hadden, was de energie op. Tegen Mierlo-Hout waren we niet meer op ons scherpst.”
Ook in de beker deed Almkerk van zich spreken: “We strandden pas net voor de halve finale tegen Dongen. Die cupwedstrijden gaven ook echt extra glans aan het seizoen.”
Een persoonlijk hoogtepunt én een smet
Op individueel vlak blikt Steven met trots terug op zijn laatste seizoen bij Waspik: “Toen scoorde ik 25 keer. Een persoonlijk hoogtepunt.” Maar er waren ook tegenslagen: “In beide nacompetities met Almkerk raakte ik vlak ervoor geblesseerd. Dat was echt zuur. Je werkt er het hele seizoen naartoe en dan kun je op het beslissende moment niet meedoen.”
Clubs met karakter en cultuur
Zowel Waspik als Almkerk koestert Steven. “Ze lijken qua sfeer en cultuur op elkaar: dorpsclubs met een hoog ‘ons kent ons’-gehalte, veel betrokken vrijwilligers, en vooral: de wil om goed te voetballen. Dat spreekt me aan.”
Geen supersterren, wel inspiratie
Een echt voetbalvoorbeeld heeft Steven niet. “Ik kijk graag naar creatieve spelers, jongens die het verschil kunnen maken met een steekbal, een actie of een slimme loopbeweging. Dat inspireert me. Maar één speler als ultiem voorbeeld? Die heb ik eigenlijk niet.”
Muziek, rituelen en voetbalhumor
“Ik luister graag naar muziek voor de wedstrijd: een mix van house, techno en hiphop. En ik loop eigenlijk altijd als laatste het veld op – achter Corné van Rosmalen. Dat is onbewust zo gegroeid.”
Natuurlijk is er bij Almkerk ook ruimte voor voetbalhumor. De leukste herinneringen? “We hadden een speler die als model had geposeerd voor een onderbroekenlijn. De week erop kreeg iedereen een onderbroek uit die campagne cadeau in de kleedkamer. Roze en blauw. Echt foeilelijk – maar hilarisch.”
En dan was er nog de beruchte carnavalstraining: “Zonder dat de trainers het wisten, kwamen we allemaal verkleed trainen. De meest bizarre outfits kwamen voorbij. Het was niet onze meest serieuze sessie, maar gelukkig kon de trainer het waarderen.”

Vooruitkijken met vertrouwen
Voor komend seizoen heeft Steven maar één doel: bovenin meedraaien. “We weten nog niet in welke competitie we terechtkomen, maar ik hoop op opnieuw een plek in de top drie. De groep is sterk en ambitieus. We hebben laten zien dat we daar thuishoren.”
Zijn persoonlijke ambitie is helder: “Ik wil vooral genieten van het spel en bijdragen aan het team. De afgelopen twee seizoenen waren geweldig, ik hoop dat nog even vol te houden.”
Tot slot: dank aan de supporters
Steven sluit af met een dankwoord. “Ik wil echt alle supporters bedanken voor hun steun het afgelopen jaar. De sfeer tijdens de wedstrijden tegen Dongen en Mierlo-Hout was fantastisch – er stonden soms tussen de 600 en 1000 toeschouwers. Dat geeft echt kippenvel. Daar speel je voor.”