In de eerste ronde van de nacompetitie met promotie naar de eerste klasse als inzet, verloor Nieuwkuijk met 1-4 van KFC uit Koog aan de Zaan. Nieuwkuijk begon sterk en was dicht bij een voorsprong toen Milan van Esch de bal richting doel werkte, maar deze werd op het nippertje van de lijn gehaald. “We begonnen sterk en KFC wist in de beginfase een bal met kunst en vliegwerk uit het doel te houden,” blikte trainer Ronny Everaerts terug.
Kort daarna, in de 17e en 18e minuut, sloeg KFC plotseling toe en stond het 0-2. “Toen KFC uit het niets eigenlijk 0-1 en 0-2 maakte, voelde dat ook niet als terecht,” vond Everaerts. “Ze maakten wel goed gebruik van hun snelle buitenspeler, dat moet gezegd worden.”
Nieuwkuijk had moeite met de snelheid van de KFC-aanvallers en kreeg veel balbezit, maar wist daar in de eerste helft weinig mee te doen. “We hadden naar mijn mening ook wel recht op een strafschop,” merkte Everaerts op. Toch ging Nieuwkuijk met de overtuiging de rust in. “In de rust hadden zowel de staf als de spelers het gevoel dat we de aansluitingstreffer zouden gaan maken, we hadden absoluut overtuiging op een goede afloop.”
Na rust vergrootte KFC echter de voorsprong naar 0-3. Kort daarna benutte Stef Lammers een strafschop, waarmee Nieuwkuijk hoop putte. Even later werd opnieuw een bal van de lijn gehaald en kreeg Lammers een tweede strafschop, maar die wist hij niet te benutten. “Het gevoel was dat als we op 2-3 zouden komen, we zeker nog voor de overwinning konden gaan,” zei Everaerts. “De tegenstander was conditioneel minder dan wij.”
Nieuwkuijk bleef aandringen, maar kon het verschil niet meer maken. In de slotfase besliste KFC de wedstrijd definitief toen Dani Moraal zijn hattrick voltooide en de eindstand op 1-4 bepaalde. Ondanks de nederlaag kreeg Nieuwkuijk een warm applaus van het publiek. “We hebben een fantastisch seizoen gehad en laten zien dat we heel goed meekunnen in de tweede klasse,” sprak Everaerts trots. “Mooi was het dan ook dat ons publiek een langdurig applaus voor ons over had, iets waarvoor wij als staf en spelers dankbaar zijn.”