Ramon van Rixtel kijkt met gepaste trots terug op het seizoen van EVVC. Het was opnieuw een jaar waarin de kracht van de club centraal stond: een hecht collectief dat samen alles uit de kast haalde. “Het is niet alleen de kracht van dit jaar,” benadrukt hij. “Het is een lijn die we al jaren vast weten te houden. Iedereen binnen de club draagt zijn steentje bij om met de middelen die we hebben zo te presteren.” Het leverde EVVC opnieuw een periodetitel op — de tweede dit seizoen — en dat betekent veel.
Van Rixtel weet dat deze successen geen toeval zijn. “Na onze degradatie drie jaar geleden hebben we ieder seizoen opnieuw een periodetitel binnengehaald. We zijn niet het soort ploeg dat het hele jaar bovenin meedraait, maar we weten altijd een sterke reeks neer te zetten wanneer alles klopt. Dat vraagt om scherpte en maximale inzet, maar het laat ook zien dat we hier steeds weer het maximale uit onze ploeg weten te halen.”
Tijdens het seizoen zag hij zijn team verder groeien. “We blijven sleutelen aan onze speelstijl,” zegt hij. “Als ik kijk waar we drie jaar geleden begonnen en waar we nu staan, dan kan ik daar alleen maar trots op zijn. We proberen mooi voetbal te spelen en jonge spelers in te passen. Natuurlijk hebben we ook zwakke momenten gehad, want we zijn soms grillig, maar als het loopt, kunnen we echt heel goed voetbal laten zien.”
Nu wacht de nacompetitie, te beginnen tegen RKVV Dommelen, met de uitdaging om in drie wedstrijden te pieken. “Dat vraagt een heel andere mindset,” legt Van Rixtel uit. “We bereiden de ploeg voor op alle mogelijkheden. We bespreken verschillende scenario’s, want in de nacompetitie ontmoet je soms onbekende tegenstanders. De start van de wedstrijd is cruciaal, daar moeten we meteen scherp zijn en goed aanvoelen wat hun intenties zijn. Zo kunnen we snel in kaart brengen waar onze kansen én bedreigingen liggen.”
En natuurlijk is het doel helder: promotie. “Daar gaan we vol voor,” zegt hij beslist. “Je knokt een heel jaar om hier te staan, dan kun je het nu niet laten lopen. Maar uiteindelijk gaat het erom dat we de beste versie van onszelf laten zien. Als we dat doen en we halen het niet, dan kan ik daarmee leven. Wat mij zou teleurstellen, is als we het nalaten om alles te geven. Maar ik voel het enthousiasme en de honger in de groep — we hebben er met zijn allen ontzettend veel zin in!”