Na een sterk seizoen waarin jullie lang meededen om de titel: hoe kijk je terug op de reguliere competitie?
“We zijn uiteindelijk geëindigd waar we vooraf ook ongeveer op hadden gehoopt. Natuurlijk hebben we onderweg wat punten laten liggen, maar op andere momenten ook weer onterecht punten gepakt. Alles bij elkaar vind ik dat we terecht als derde zijn geëindigd.”
Zondag wacht Right-Oh in de nacompetitie. Wat voor soort wedstrijd verwacht je en hoe goed kennen jullie deze tegenstander?
“Ik verwacht een fysieke wedstrijd met veel strijd. Right-Oh heeft prima spelers en brengt energie in het spel. Ik ken de ploeg enigszins vanuit mijn tijd als trainer van Chaam, toen we in dezelfde competitie zaten. Het zal een pittige pot worden.”
Hoe leeft de nacompetitie binnen de spelersgroep en de club?
“Vooraf hadden we uitgesproken dat we wilden meedoen om de prijzen, en dat is gelukt. Nu hopen we op de ultieme beloning. Dit zijn de wedstrijden waar je een heel seizoen voor traint en speelt. Het leeft absoluut bij de spelers en de club, maar dat geldt denk ik voor ieder team dat nog ergens om strijdt.”
Waar ligt volgens jou het verschil te maken tegen Right-Oh, en welke spelers zouden daarin het verschil kunnen maken?
“Vooral in het collectief. We moeten er als team staan. Als DSE als geheel alles geeft, in het teambelang denkt en voor elkaar wil knokken, dan kunnen we het verschil maken. Daar ligt onze kracht.”
Is promotie voor jullie vooral een bekroning op een goed seizoen of leeft er echt een gevoel van ‘alles of niets’ de komende weken?
“Voor mij is het duidelijk een bekroning op een prima seizoen, ongeacht wat het uiteindelijke resultaat wordt. Natuurlijk willen we promoveren, maar het neemt niets weg van het werk dat we dit jaar met z’n allen hebben geleverd.”