Gisteren bespraken we de race om de titel in de 3e klasse D van het zondagvoetbal in Zuid I, in de zaterdag 3e klasse K is het minstens even spannend met 5 clubs binnen 5 punten. WSC, DESK, Hardinxveld, SVW en Woudrichem strijden om de rechtstreekse promotie. De trainers van de drie Brabantse clubs kregen we samen aan tafel.
In een lege voetbalkantine zitten drie trainers aan een tafel, een kop koffie binnen handbereik. Cemal (Smally) Yilmaz (WSC), Ronald Boudewijn (DESK) en Pascal Smits (Woudrichem) praten ontspannen, maar hun ogen verraden de spanning die de laatste fase van de competitie met zich meebrengt. Met nog enkele wedstrijden te gaan, maken vijf ploegen nog kans op het kampioenschap in de 3e klasse K. Hoe kijken zij naar de stand?
“We hebben het zelf spannend gemaakt,” zegt Smally met een lichte grijns. Zijn team, WSC, had kunnen uitlopen, maar liet in de afgelopen weken punten liggen. “De marge is kleiner geworden en dat betekent dat we nu nóg scherper moeten zijn. We kunnen ons geen misstap meer permitteren.” Boudewijn knikt instemmend. “Het is inderdaad een prachtig slot van de competitie. Elke ploeg heeft een periode gehad waarin ze goed draaiden en dat maakt het zo onvoorspelbaar. Er is niet één team dat er echt bovenuit steekt, iedereen kan van elkaar winnen.” Smits, die met Woudrichem ook nog in de race is, vult aan: “Voor ons is het al geweldig dat we ons in de top vijf hebben genesteld. Dat we ook nog de tweede periode hebben gepakt, maakt het extra mooi. Maar ja, als je er eenmaal bij staat, wil je ook meedoen om het hoogst haalbare.”
De sfeer binnen de selecties is volgens alle drie de trainers goed. Bij WSC is er volgens Smally sprake van een sterke teamgeest. “Spelers voelen zich gewaardeerd en de communicatie is open. Dat helpt enorm in een fase waarin de druk toeneemt.” Boudewijn ziet bij DESK hetzelfde. “De jongens trekken ook buiten het veld met elkaar op. Het is een hechte groep en dat zie je terug in ons spel.” Smits glimlacht. “Bij ons is dat niet anders. Onze selectie bestaat volledig uit spelers uit Woudrichem, jongens die elkaar door en door kennen. Dat schept een band. Iedereen knokt voor elkaar en de spelers op de bank staan te popelen om hun kans te grijpen.”
Of het kampioenschap al echt leeft binnen de teams? “Bij ons zeker,” zegt Smally zonder twijfel. “Dit is onze missie. Als het niet direct lukt, dan via de nacompetitie.” Boudewijn is daar minder mee bezig. “We zijn vooral bezig met ontwikkelen. Natuurlijk willen we zo hoog mogelijk eindigen, maar we kijken niet te ver vooruit. Elke wedstrijd opnieuw het maximale eruit halen, dat is het belangrijkste.” Smits kan er wel om lachen. “Soms maken we er een grapje over, maar echt serieus leeft het nog niet bij ons. We genieten van onze sterke reeks en zien wel waar het schip strandt.”
De discussie komt op de resterende wedstrijden. Welke zijn het belangrijkst? Smally is daar duidelijk over. “Allemaal! In deze fase kun je geen enkele wedstrijd onderschatten.” Boudewijn voegt toe: “Voor ons is de belangrijkste altijd de eerstvolgende. Vooruitkijken heeft geen zin, dat leidt alleen maar af.” Smits knikt. “Dat geldt ook voor ons. Natuurlijk staat er voor Woudrichem een dikke streep onder de laatste wedstrijd tegen v.v. Sleeuwijk, maar verder bekijken we het per week.”
Dan komt de vraag hoe groot de rol van ervaring is in deze fase van de competitie. “Ervaring helpt zeker,” stelt Smally. “Oudere spelers weten hoe ze met spanning om moeten gaan en kunnen dat overbrengen op de jongere jongens.” Boudewijn is het daarmee eens, maar voegt toe: “Het gaat niet alleen om ervaring, maar ook om het kunnen lezen van een wedstrijd. In de tweede seizoenshelft passen tegenstanders zich steeds meer aan, puur omdat de belangen groter worden. Je moet daar als team op kunnen inspelen.” Smits nuanceert het belang van ervaring. “Natuurlijk kan het helpen, maar uiteindelijk is iedere situatie uniek. Ervaren spelers voelen misschien minder druk, maar dat betekent niet dat jongere spelers het niet aankunnen.”
De koffie is inmiddels op, maar de strijdlust blijft. Wie zien ze als grootste kanshebber? “Wij natuurlijk,” lacht Smally. “We hebben het in eigen hand. De rest moet achter ons aan.” Boudewijn erkent dat WSC op dit moment de favoriet is, maar voegt eraan toe: “In deze competitie kan nog van alles gebeuren. De stand is geen garantie voor succes.” Smits denkt er net zo over. “Aan het begin van het seizoen zag ik WSC al als het sterkste team en SVW als de ploeg met de meeste individuele kwaliteit. Dat is niet veranderd. Maar in deze competitie weet je het nooit.”
Met een stevige handdruk sluiten de drie trainers hun gesprek af. Over een paar weken zal duidelijk zijn wie er met de titel vandoor gaat, maar één ding is zeker: de strijd wordt er een om van te genieten.