Vertel eens, wie is Henri van den Braak?
Mijn naam is Henri van den Braak, geboren op 14 mei 1962, en ik woon al mijn hele leven in het prachtige Oisterwijk. Ik ben getrouwd, we hebben twee kinderen en we zijn trotse opa en oma van twee kleinkinderen. Eind februari of begin maart verwachten we ons derde kleinkind, iets waar we enorm naar uitkijken.
Wat doe je in het dagelijks leven buiten het voetbal?
Ik werk sinds 1988 bij Enexis en haar voorgangers, momenteel op de vestiging in Tilburg als Mentor Asbest/Bouwkundige. Ik ben verantwoordelijk voor de asbestsaneringen en zorg ervoor dat onze Elektriciteits- en Gasstations voldoen aan de kwaliteitsnormen. Denk aan zaken zoals voegwerk, daken, deuren, sloten en begroeiing. We hebben een klein maar hecht team, en ik heb het ontzettend naar mijn zin.
En buiten het werk, wat zijn je hobby’s?
Naast voetbal ben ik gek op skiën en ik kijk graag naar sport op televisie. Wielrennen heeft mijn grootste interesse. In de winter volg ik het veldrijden op de voet, en ik kan enorm genieten van een renner als Mathieu van der Poel. Zijn aanvallende stijl maakt de wedstrijden altijd spannend. Waar mogelijk probeer ik live wedstrijden bij te wonen, zoals de Azencross in Loenhout en het NK veldrijden in Oisterwijk.
In 2024 ben ik zelfs twee keer naar Parijs geweest met vrienden om de Olympische Spelen bij te wonen. Dat was een geweldige ervaring: perfect georganiseerd en een fantastische sfeer met sportliefhebbers van over de hele wereld. We hebben atletiek, hockey en wielrennen gezien.
Voetbal heeft duidelijk een grote rol in je leven gespeeld. Hoe is dat begonnen?
Ik ben altijd bij Taxandria actief geweest. Ik mocht pas beginnen met voetballen toen ik acht was, en ik heb daar gespeeld tot mijn 32e. Vanaf mijn zestiende stond ik in het eerste elftal, eerst als middenvelder en later als laatste man. We speelden voornamelijk in de tweede en derde klasse. Natuurlijk heb ik de nodige promoties en degradaties meegemaakt, maar het belangrijkste wat de club me heeft gebracht, zijn vriendschappen. Veel jongens met wie ik vroeger speelde, maken nog steeds deel uit van mijn vriendenkring.
Voetbal is me echt met de paplepel ingegoten. Mijn vader, Wied van den Braak, was ook actief in het voetbal, en ik heb die liefde weer doorgegeven aan mijn zoon. Onze kleinzoon Bodi speelt inmiddels bij Trinitas, de fusieclub van Taxandria, Nevelo en Oisterwijk. Voetbalweekenden zijn altijd gebleven.
Wie was jouw grote voetbalvoorbeeld?
Zonder twijfel Johan Cruijff. Zowel als speler als trainer staat hij op nummer één voor mij. Hij was geniaal en kreeg niet voor niets bijnamen als El Salvador en De Verlosser. Hij zette Ajax en het Nederlands elftal op de kaart en liet bij Ajax en Barcelona zien hoe aanvallend voetbal gespeeld moest worden. Het blijft jammer dat hij in 1978 niet meeging naar Argentinië en nooit het Nederlands elftal heeft gecoacht, maar ik heb altijd van hem genoten, zowel van zijn spel als zijn uitspraken, zoals:
- “Voetballen is heel simpel, maar het moeilijkste wat er is, is simpel voetballen.”
- “Als je niet kan winnen, moet je zorgen dat je niet verliest.”
- “Elk voordeel heb z’n nadeel.”
Na je actieve voetbalcarrière ben je het trainersvak ingegaan. Hoe is dat verlopen?
Dat klopt. Na mijn spelerscarrière ben ik begonnen als trainer bij DVG in Liempde, letterlijk in de voetsporen van mijn vader, die daar ook trainer is geweest. Dankzij zijn contacten was het balletje snel gaan rollen. Mijn start als trainer was fantastisch: in mijn eerste twee seizoenen promoveerden we van de vijfde naar de derde klasse. Als trainer ben je afhankelijk van het spelersmateriaal, maar als de klik goed is, kun je samen veel bereiken. Bij DVG was die klik er zeker.
Daarna heb ik verschillende dorpsclubs getraind, zoals RKSV Boxtel (BOC), Helvoirt, Taxandria, RKSV Oisterwijk, Beerse Boys, Hilvaria en opnieuw DVG. Sinds afgelopen seizoen ben ik aan de slag bij VV Vessem.
Wat was je grootste succes als trainer?
Mijn tijd bij Beerse Boys steekt er wel bovenuit. We hadden daar een selectie met veel kwaliteit, maar de laatste stap naar de top ontbrak. Samen met de spelersgroep hebben we die stap weten te zetten. In zes jaar tijd promoveerden we van de vierde naar de eerste klasse. De promotie naar de eerste klasse, waarin we het grote Best Vooruit versloegen, was een hoogtepunt. Maar de dubbele confrontatie met Deso uit Oss voor promotie naar de Hoofdklasse blijft me het meest bij. We verloren na verlenging, maar het was een geweldige prestatie om überhaupt zo ver te komen.
Hoe zou je jezelf als trainer omschrijven?
Ik ben fanatiek, net als toen ik speler was. Ik verwacht die inzet ook van mijn spelers. Mentaliteit is voor mij belangrijker dan kwaliteit. Je kunt veel bereiken als je bereid bent hard te werken. Een trainer moet soms ook impopulaire beslissingen nemen, en ik schuw dat niet. Maar ik leg altijd uit waarom ik bepaalde keuzes maak. Mijn doel is niet om 25 nieuwe vrienden te maken, maar om samen als team te presteren.
En hoe gaat het nu bij VV Vessem?
Dit is mijn eerste seizoen bij Vessem, en de klik is goed. Het is een warme club met een sterke organisatie. Ons doel is promotie naar de derde klasse. Halverwege het seizoen staan we één punt achter Rood Wit Veldhoven. Ik ben benieuwd hoe we uit de winterstop komen. Vorm is soms ongrijpbaar, maar ik heb er veel zin in om weer te knallen.
We hebben in december 2024 in goed overleg besloten om er nog een jaar aan vast te plakken. Beide partijen zijn daar blij mee. Mijn ambitie is om Vessem naar de derde klasse te brengen, maar dat is makkelijker gezegd dan gedaan.
Wat betekent het amateurvoetbal voor jou, en hoe kijk je naar de toekomst?
Afsluitend wil ik graag benadrukken hoe belangrijk ik het vind hoe mensen mij als persoon zien. Ik heb nog steeds contact met spelers, assistent-trainers, bestuursleden en supporters. Het is geweldig om na jaren oude bekenden tegen te komen, samen een biertje te drinken, wat te ouwehoeren, lachen en elkaar een beetje te jennen, terwijl de band nog steeds zo sterk is als in de tijd dat ik hun trainer was. Het draait uiteindelijk niet alleen om prestaties, maar ook om de banden die je smeedt.
Het amateurvoetbal heeft me ontzettend veel moois gebracht, en ik hoop dat nog enkele jaren vol te houden in goede gezondheid. Mensen vragen me regelmatig: “Hoe lang ga je nog door?” Nou, ik ben geen Dick Advocaat, dus met mijn 70 ben ik geen trainer meer. Maar voorlopig? Voorlopig kun je me nog gewoon zien én horen langs de lijn!