Maar zodra de wedstrijd begint, blijkt zijn ‘bijdrage’ vooral theatraal. Bij elke vermeende overtreding en elke beslissing tegen zijn team leidt tot dramatische zuchten en grote wegwerpgebaren, alsof scheids en grensrechters samenspannen. Vooral de clubgrensrechter – vaak een vader of vrijwilliger – moet het ontgelden. Steekt deze de vlag op, dan kijkt de assistent hem vol ongeloof aan, met hoofdschudden/armgebaren en af en toe een geïrriteerde opmerking. In zijn ogen kan niemand het juist zien, behalve hijzelf.
Als de hoofdtrainer zijn ongenoegen toont over een slordige actie van zijn eigen team, springt de assistent erbij om het gevoel nog eens te versterken. Waar de trainer een ingehouden zucht laat horen, zet de assistent een nog geïrriteerder gezicht. Gevolgd door de bekende arm en wegwerp gebaren. Die gebaren versterkt hij door zich ook vocaal te laten horen met de woorden: Ongelooflijk, wat doet hij/zij nou en weet hij/zij wel welke kleur wij zijn. Bij een goede actie springt hij op en applaudisseert nog enthousiaster dan de hoofdtrainer zelf. Hij lijkt zichzelf op dat moment te willen profileren als trouwe partner van de trainer, of nog beter: als iemand die het minstens zo intens meemaakt. Het lijkt erop dat hij de wedstrijd vooral beleeft als zijn eigen podium.
En natuurlijk, zodra er ook maar een geluid klinkt vanaf de andere bank, draait hij zich onmiddellijk om, klaar voor een confrontatie. Voor hem is de wedstrijd allang niet meer het middelpunt; het gaat om het toneelstuk waarin hij zichzelf ziet als hoofdrolspeler, compleet met armgebaren, overdreven reacties en quasi-ondersteunende klappen. Het lijkt vooral een show waarmee hij zijn eigen rol nog wat groter maakt en zijn onmisbaarheid benadrukt.
Elke week worden we langs de lijn getrakteerd op zijn show. Terwijl de hoofdtrainer het team aanstuurt, doet de assistent zijn uiterste best om op te vallen – met zuchten, klappen en overdreven reacties. Voor hem draait het niet om het team, maar om zijn eigen ego. Dus de volgende keer dat je langs de lijn staat, vraag je dan af: heeft hij echt een belangrijke rol, of neemt hij zichzelf gewoon veel te serieus?
Alex Bosch