- Stel jezelf even voor
Boy van den Bogaard, 37 jaar, en ik woon in Berkel-Enschot. Ik ben getrouwd en heb 2 fantastische dochters van 2 en 4 jaar. In het dagelijkse leven ben ik sinds 2 jaar docent, vertrouwenspersoon en coach in het middelbaar onderwijs. Daarvoor werkte ik in het basisonderwijs, waar ik ook veel ervaring heb opgedaan met de ontwikkeling van kinderen.
- Vertel eens iets over je eigen voetbalcarrière?
Mijn voetbalcarrière kent, net als mijn coachcarrière, één vereniging: Jong-Brabant. Daar speelde ik op verschillende posities: spits, buitenspeler en centrale middenvelder. De hoogtepunten zijn toch wel promoveren met het eerste elftal en kampioen worden als aanvoerder van het tweede elftal. Daar staat tegenover dat ik te vroeg heb moeten stoppen met voetballen omdat ik geen kraakbeen meer in mijn knie had. Hierdoor moest ik helaas op mijn 27e stoppen met actief voetballen. Zoals bij velen was ik nog te verliefd op het spelletje en ben ik meteen de TC-cursus gaan volgen. Binnen een half jaar werd ik gevraagd of ik het eerste elftal wilde overnemen. En zo geschiedde; inmiddels zijn we 10 jaar verder, en kijk ik met veel trots terug op deze periode.
- Heb je voorbeelden als trainer en waarom?
Specifieke voorbeelden als trainer heb ik niet echt, maar ik houd van aanvallend voetbal. Ik probeer mijzelf en het team elk jaar weer opnieuw te ontwikkelen en iets nieuws ‘in hun rugzakje’ te stoppen. Als kind kreeg ik kippenvel bij het horen van ‘You’ll Never Walk Alone’ en werd ik fan van Liverpool. Inmiddels ben ik de afgelopen jaren enorm verwend met mooi voetbal en vind ik het geweldig om te zien dat Slot het ook goed doet met een andere opvatting van totaalvoetbal, wat meer aansluit bij mijn visie.
- Wat zijn je verwachtingen voor komend seizoen?
De afgelopen jaren hebben we als Jong-Brabant voortdurend meegedaan om de bovenste plaatsen. Dit is altijd leuker dan meedoen om de onderste plaatsen. Zoals onze naam al zegt, zijn we (wederom) jong. Dat is al jaren zo binnen onze selectie. En dat is, zoals het is. Leuk, uitdagend en fris, maar ook elk jaar weer opnieuw bouwen, leren, fouten maken en ontwikkelen. Natuurlijk gun ik de spelers en de vereniging (en daarmee ook mijzelf) een promotie naar de derde klasse. Helaas lopen we die de afgelopen jaren steeds net mis tijdens de nacompetitie. Komend seizoen verwacht ik, net als de afgelopen jaren, dat we weer meedoen om de bovenste plaatsen. Om kampioen te worden, moet je lang consistent zijn, weinig blessures hebben en ook een beetje geluk hebben. De ambitie is er zeker en dat mogen we dan ook uitspreken.
- Wat is je persoonlijke ambitie?
Mijn persoonlijke ambitie is dan ook op de eerste plaats niet anders: het liefst Jong-Brabant naar een hogere klasse brengen. Maar zoals ik altijd heb gezegd, is een trainer (ook al zit ik er al 10 jaar) een passant en zullen onze wegen ooit gaan scheiden. Mijn ambitie is dan ook om 1 of 2 klassen hoger te gaan trainen. Ik merk dat ik meer voldoening haal uit tactische wedstrijden, trainingen, beslissingen en coachmomenten dan uit de tegenstanders die we (helaas) veel tegenkomen in de vierde klasse. Ik wil mijn kennis en ervaring blijven ontwikkelen om een nog betere trainer te worden.
Tot slot wens ik al mijn collega-trainers en verenigingen weer een mooi en gezond seizoen toe!