Een middagje Zé Lucas: Braziliaanse flair in de Nederlandse derde klasse
Afgelopen zaterdag speelden Internos en Prinsenland tegen elkaar, op voorhand een aantrekkelijk affiche. Internos, dat dit seizoen verjongd en vernieuwd aan de competitie is begonnen, wist het zelfs met negen man nog moeilijk te maken voor een van de favorieten, DVV’09. Deze keer stond Prinsenland tegenover hen, een ploeg met dezelfde ambities als het genoemde DVV’09. Maar er was nog een extra reden om naar het voetbalveld te komen, namelijk de Braziliaanse spits van Prinsenland: José Lucas Caetano da Silva, beter bekend als Zé Lucas. Voor spelers als hij komen voetballiefhebbers, waaronder ondergetekende, graag naar het veld.

Zé Lucas begon zijn carrière in zijn geboortestad bij PSTC Londrina. Zijn talent bleef niet onopgemerkt, want hij werd al snel gescout door de Braziliaanse topclub Fluminense uit Rio de Janeiro. In 2012 werd hij topscorer van het U20-kampioenschap van Rio de Janeiro, wat hem in 2013 een contract bij de hoofdmacht opleverde. Hij speelde drie seizoenen bij Fluminense, en in die periode werd hij tussentijds verhuurd aan zowel Botafogo als het Slowaakse STK Samorin. In 2016 vertrok Zé Lucas transfervrij naar het Poolse Stal Mielec, waarna hij via een korte tussenstop bij het Braziliaanse AA Itararé op Malta belandde. Daar kwam hij uit voor clubs als Qormi FC, Zebbug Rangers, Piéta Hotspurs en FC Swieqi United. De liefde bracht hem uiteindelijk naar Nederland, waar hij voor RBC ging spelen. In 31 wedstrijden scoorde hij daar 12 keer.
Het begin van de wedstrijd tegen Internos liet meteen zien dat de roem van Zé Lucas hem was vooruitgesneld. Al in de derde minuut kreeg hij een knie in zijn rug van een verdediger van de thuisploeg. Hij keek even om, wreef over zijn rug, en je zag hem denken: “Wordt het zo’n middag?” Ondanks de fysieke behandeling liet Zé Lucas zien dat hij over bovengemiddelde kwaliteiten beschikt. Zijn loopacties, verfijnde aannames en sierlijke dribbels waren een lust voor het oog. Het was duidelijk dat Internos hem liever niet aan de bal zag en daar waren de instructies van hun verdedigers dan ook op gericht. Die knie in zijn rug bleef namelijk niet het enige moment van fysiek ongemak. Bij elk balcontact, en soms zelfs voordat hij de bal kreeg, werd de Braziliaan hard aangepakt. Soms binnen de regels, maar vaak ook niet, wat duidelijk werd door de knipoog van een van de verdedigers richting de bank. Tot frustratie van Zé Lucas leek de scheidsrechter op die momenten steeds net de andere kant op te kijken.
Na twintig minuten kreeg de verdediging van Internos hem even niet onder controle, en dat werd direct afgestraft: Zé Lucas schoot beheerst de 0-1 binnen. Meerdere keren zocht hij de zijlijn op om te overleggen met zijn trainer, Natalino Storelli, die hem kalmte predikte en aangaf vooral zijn eigen spel te blijven spelen, ondanks de overtredingen die iedereen kon zien. Vlak voor rust stond hij aan de zijlijn toen Internos een penalty kreeg. Terwijl hij toekeek, zag hij hoe een medespeler een klap incasseerde. Je zag hem denken: “Dan valt die knie in je rug nog mee.” Dat de wedstrijd niet escaleerde, was te danken aan de kalmte van de Prinsenland-spelers en de begeleiding, maar ook aan het incasseringsvermogen van Zé Lucas zelf.
In de tweede helft ging Zé Lucas verder waar hij gebleven was. Zijn loopacties waren perfect getimed, zijn aannames zuiver en zijn dribbels onnavolgbaar. Eén, twee, soms drie verdedigers probeerden hem de bal af te pakken, maar hij danste over het veld alsof het geen enkele moeite kostte. Toch werd hij opnieuw vaak op een harde manier aangepakt, waarbij je zou verwachten dat een scheidsrechter de speler in bescherming zou nemen. Trainer Storelli had voor de wedstrijd al aangegeven dat Zé Lucas nog niet fit genoeg was voor een volledige wedstrijd, maar na twintig minuten in de tweede helft gaf hij zelf aan dat het tijd was voor een wissel. De trainer knikte instemmend en hoopte op een laatste wapenfeit…
Dat kwam er. Vijf minuten later kwam er een indraaiende voorzet vanaf de linkerkant richting de tweede paal. Zé Lucas, op één been omhoog springend, torende boven iedereen uit en knikte de bal achter de kansloze doelman: 1-2. De vermoeidheid leek ineens verdwenen en hij sprintte naar de bank, waar hij onder een storm van felicitaties werd bedolven. Toen schoot de kramp erin. Enkele minuten later liet hij zich wisselen, uitgeput maar voldaan. Zijn bijdrage had Prinsenland de drie punten opgeleverd.
“Nog niet helemaal fit,” zei zijn trainer na afloop. Als dit 70% van Zé Lucas is, dan kunnen we niet wachten om hem op 100% te zien. Voor wie van mooi voetbal houdt: ga vooral eens kijken bij Prinsenland. Het hele team, maar zeker deze Braziliaan is de moeite van een bezoek waard.
Alex Bosch










