Nu de carrousel weer begint te draaien een column over de houdbaarheidsdatum van de trainer.
Aan het begin van een nieuwe trainersaanstelling bij een amateurclub heerst er, net als in het profvoetbal, vaak een gevoel van frisse energie. De trainer brengt nieuwe ideeën mee, introduceert wellicht een andere speelstijl, en er ontstaat een positieve vibe binnen het team. Voor veel spelers, die naast hun werk of studie het veld opgaan, kan die nieuwe impuls de motivatie geven om beter te presteren, harder te trainen en met meer plezier naar wedstrijd toe te leven.
Maar als de trainer er een aantal jaren zit, neemt hij vaak een bredere rol op zich binnen de club. Hij wordt niet alleen de man op het veld, maar ook een organisator, een vertrouwenspersoon en een probleemoplosser. Deze extra verantwoordelijkheden zorgen ervoor dat sommige aspecten van zijn werkzaamheden automatisch worden uitgevoerd. Het frisse enthousiasme van de eerste jaren begint te slijten, en dezelfde patronen herhalen zich. De trainingen verlopen volgens een vaste routine, spelers weten wat ze kunnen verwachten en de nieuwigheid verdwijnt.
Daarnaast ontstaan er persoonlijke banden tussen de trainer en zijn spelers, die vaak veel nauwer zijn dan in het profvoetbal. In het amateurvoetbal is de afstand kleiner; de trainer kent zijn spelers goed en weet wat ze er allemaal voor over hebben om op het veld te staan. Dit maakt het moeilijker om harde beslissingen te nemen. Een trainer die al jaren met dezelfde groep werkt, vindt het vaak lastig om spelers teleur te stellen. Hij ziet niet alleen de voetballer in hen, maar ook de mens die hij sympathiek is gaan vinden.
Deze emotionele band maakt het uitermate moeilijk om bijvoorbeeld ‘slechtnieuwsgesprekken’ te voeren. Een trainer kan bijvoorbeeld aarzelen om een speler te vertellen dat hij op de bank komt te zitten of dat zijn rol kleiner wordt binnen het team. Deze speler heeft hem immers nooit teleurgesteld; hij komt trouw op, zet zich altijd in en is een steunpilaar in de kleedkamer. Dus stelt de trainer die gesprekken liever uit, blijft hij vasthouden aan de vertrouwde namen en gaat het team op een gegeven moment op dezelfde voet verder. Iedereen kent zijn rol, maar vernieuwing of verandering ontbreekt.
Voor de spelers wordt deze situatie ook snel herkenbaar. De motivatie kan afnemen wanneer de trainingen voorspelbaar worden, en dezelfde aanpak keer op keer terugkomt. Terwijl de trainer misschien nog probeert vast te houden aan wat ooit werkte, voelen de spelers aan dat de scherpte weg is. Ze weten wat ze kunnen verwachten, zowel in positieve als negatieve zin, en dat kan de dynamiek binnen een team verstoren. Daarnaast kan het ook zijn dat de trainer zelf het gevoel heeft dat zijn rol is uitgeput; dat hij zijn creativiteit heeft aangewend en niet meer weet wat hij kan toevoegen. Dit kan leiden tot een vicieuze cirkel, waarin zowel de trainer als de spelers zich ongemotiveerd voelen.
Toch komt er een moment dat de frisse wind die de trainer ooit bracht, niet meer waait. De spelers kennen de patronen, de oefeningen en de aanwijzingen. Wat eerst vernieuwend was, wordt voorspelbaar. En ook al blijven de prestaties op niveau, ergens sluipt de verzadiging binnen. Het komt vaak voor dat spelers dan niet meer dezelfde intensiteit voelen tijdens de trainingen. Een onbenoembaar gevoel van ‘we hebben dit al zo vaak gehoord’ sluimert door de kleedkamer.
Voor een amateurtrainer betekent dit vaak dat zijn houdbaarheidsdatum is bereikt. Niet omdat hij of zij het vak niet meer beheerst, maar omdat de energie en de vernieuwingskracht simpelweg zijn afgenomen. De uitdaging is dan om te herkennen wanneer dat moment daar is. Wanneer blijf je omdat je nog steeds iets kunt toevoegen? En wanneer blijf je uit gewoonte, omdat het comfortabel is en omdat je de mensen om je heen niet wilt teleurstellen?
Het uitstellen van moeilijke gesprekken en het blijven vasthouden aan de vertrouwde namen zijn vaak tekenen dat het voor zowel de trainer als het team tijd is voor vernieuwing. Net zoals een nieuwe trainer met frisse ideeën en een andere aanpak het team een nieuwe impuls kan geven, kan ook de huidige trainer zichzelf opnieuw uitvinden – maar dat vraagt vaak een stap terug en een reflectie op wat er nodig is om weer te groeien.
Toch zijn er altijd uitzonderingen. Elke situatie is anders, en soms kan een trainer jarenlang met succes dezelfde groep blijven leiden. Er zijn trainers die erin slagen om hun groep keer op keer te motiveren en zichzelf te blijven vernieuwen, ondanks dat ze al jaren aan het roer staan. Bij sommige clubs ontstaat er een sterke, langdurige band tussen trainer en spelers, die gebaseerd is op wederzijds respect en begrip. In die gevallen kan een langdurige samenwerking juist leiden tot diepe successen en een hechte clubcultuur.
De houdbaarheidsdatum van een amateurtrainer is dus geen wet van Meden en Perzen. Het hangt af van de dynamiek binnen het team, de ambities van de club en vooral de persoonlijke capaciteiten van de trainer om te blijven groeien en aanpassen. Hoewel veel trainers op een gegeven moment zullen voelen dat hun tijd gekomen is, blijft er altijd ruimte voor degenen die erin slagen hun passie en inspiratie levendig te houden – soms vele jaren langer dan verwacht.
Freek Plaisier