Stel jezelf even voor
Ik ben Henry van Wanrooij, 60 jaar, en woon samen met mijn vriendin. Ik heb drie kinderen en twee kleinkinderen.
Wat doe je in het dagelijks leven?
Ik werk al 23 jaar als Hoofd Facilitaire Zaken op een basisschool in Schijndel.
Vertel eens iets over je eigen voetbalcarrière
Mijn voetbalcarrière begon bij RKSV WEC, samen met mijn tweelingbroer Leon in de jeugd. Later speelde ik met mijn vier broers in de zomeravondcompetitie bij VV de Hulkies, waarmee we Brabants kampioen zomeravondvoetbal zijn geworden.
Ik heb van 1982 tot 1991 in het eerste elftal van S.C.I. gespeeld, waar we drie kampioenschappen hebben behaald en van de vijfde naar de derde klasse promoveerden (met een enkele degradatie in die periode). Daarna volgden verschillende clubs:
- 1991 – 1992: LSV in de vierde klasse
- 1992 – 1994: Schijndel/Datelnet, eerste elftal, tweede klasse
- 1994 – 1998: Terug bij S.C.I., eerste elftal, twee kampioenschappen behaald
Daarnaast heb ik van 1983 tot 1995 als verdediger in de top van het zaalvoetbal gespeeld bij Bleu Air.
Mijn positie was meestal rechtsbuiten, waar ik met mijn broers blindelings kon samenspelen. Ik ben trots dat ik gemiddeld 15 doelpunten per seizoen maakte.
Hoogtepunten
De kampioenschappen als speler en trainer staan natuurlijk hoog op mijn lijst. Ik ben er trots op dat we met veel spelers uit Schijndel en talenten van S.C.I. uit Sint-Michielsgestel altijd voor de winst gingen. Ook ben ik blij dat we met elke vereniging waar ik als trainer actief ben geweest een periode hebben behaald.
Daarnaast vind ik het bijzonder om de ontwikkeling van spelers als persoon en voetballer te mogen zien en daar als trainer deel van uit te maken.
Dieptepunten/teleurstellingen
Veel dieptepunten heb ik gelukkig niet gekend in mijn carrière. Wel vond ik het jammer dat ik nooit ben toegelaten tot TC 1, waarvoor ik me meerdere keren inschreef, terwijl profvoetballers zonder problemen werden toegelaten. Ook was het een teleurstelling dat ik op mijn 34e moest stoppen met voetballen.
Welke clubs heb je getraind en waar train je nu?
Ik ben begonnen als trainer van Schijndel 2 en assistent bij het eerste team, die beiden in de hoogste klasse van Nederland speelden destijds. Later was ik hoofdtrainer, met mijn tweelingbroer Leon als assistent, bij onder andere Herpinia en SES Langeboom. Daarna ging ik verder als hoofdtrainer bij Nooit Gedacht, DAW, VV Boskant, VV Handel, VV Avanti 31, en nu ben ik al vier jaar trainer van RKSV WEC.
Vertel iets over de clubs waar je getraind hebt
Ik heb bij elke club waar ik trainer ben geweest een fijne tijd gehad. Het is natuurlijk extra bijzonder om in je eigen dorp trainer te zijn geweest van de mooie verenigingen VV Avanti 31 en RKSV WEC. Ik zou het fantastisch vinden als ik ook nog trainer word van de derde club uit Schijndel, RKSV Schijndel/de Wit. Dan zou de cirkel helemaal rond zijn.
Heb je voorbeelden als trainer?
Ja, Wally Jansen is voor mij een groot voorbeeld. Hij was manager bij Schijndel en als beginnende trainer heb ik veel van hem geleerd. We spraken urenlang over voetbal en zaten tot diep in de nacht met magneten te schuiven. Een fantastische man!
Wat is je indruk van het seizoen tot nu toe?
Het gaat goed, al hebben we helaas onnodige punten laten liggen. We hebben een jong team dat soms wisselvallig speelt, maar waarin we allemaal een goede ontwikkeling doormaken.
Wat zijn/waren je verwachtingen voor het komende seizoen?
Ik verwacht dat we in de top 5 eindigen en meedoen voor een periode.
Welke teams verwacht je bovenaan in jullie competitie?
Ik denk dat Nooit Gedacht, Vorstenbosch, FC Uden en RKSV WEC de koplopers zullen zijn.
Wat is je persoonlijke ambitie?
Ik wil graag nog een aantal jaren doorgaan als hoofdtrainer. Het werken met jonge mensen en het smeden van een hecht team vind ik ontzettend leuk. Samen successen en verliezen delen en elkaar daarbij ondersteunen is voor mij belangrijk. Het allerbelangrijkste vind ik de persoonlijke en sportieve ontwikkeling van mijn spelers.
Wil je verder nog iets kwijt?
Ik vind dat wij als trainers een voorbeeld moeten zijn voor onze supporters en scheidsrechters. Het is soms schokkend hoe trainers en spelers zich langs de lijn en in het veld gedragen. Voetbal moet een mooi spel blijven, waarin plezier, respect en samenwerken altijd voorop moeten staan.