Laten we beginnen bij het begin. Wanneer zijn jullie gestart met de voorbereiding op het nieuwe seizoen? En waarom hebben jullie ervoor gekozen om op dat moment te beginnen?
“We zijn gestart op dinsdag 31 juli, wat voor sommigen misschien wat vroeg lijkt, maar dat was een bewuste keuze. De Mooi Rooi Cup, een toernooi waarin we twee wedstrijden in twee dagen spelen, staat vroeg op de kalender en vereist een goede voorbereiding. Het is geen standaardtoernooi; het vraagt echt om inhoud en een solide basis. Door op tijd te beginnen, kunnen we ervoor zorgen dat de spelers zowel fysiek als mentaal klaar zijn voor deze intensieve periode. Bovendien geeft een vroege start ons de kans om langzaam op te bouwen en de verschillende aspecten van het spel rustig te integreren zonder te haasten.”
Kun je iets vertellen over de samenstelling van de selectie dit seizoen? Zijn er veel veranderingen geweest in vergelijking met vorig jaar?
“De samenstelling van de selectie is dit jaar redelijk stabiel gebleven, wat ik persoonlijk erg fijn vind. We hebben een mooie mix van spelers, met enkele jongens die begin twintig zijn, maar de meerderheid is toch wel midden- of eind twintig. Dat betekent dat we een groep hebben met de nodige ervaring, wat cruciaal is, zeker na een moeilijk seizoen zoals we vorig jaar hadden. Er zijn geen nieuwe spelers bijgekomen en, gelukkig, ook niemand weggegaan of gestopt. Dat geeft ons een solide basis om op voort te bouwen. We kennen elkaar inmiddels goed, zowel op als naast het veld, en dat helpt in de samenwerking en de teamchemie.”
Vakanties kunnen in de voorbereiding soms roet in het eten gooien. Hoe hebben jullie dat dit jaar ervaren?
“Vakanties zijn inderdaad altijd een factor waarmee je rekening moet houden, vooral in de amateurcompetities waar spelers naast voetbal ook andere verplichtingen hebben. Dit jaar viel het echter reuze mee. We hadden wel een dip midden augustus, toen een groep spelers naar een festival in Hongarije ging. Op dat moment waren er vanuit de hele selectie slechts een stuk of dertien spelers beschikbaar voor de training. Dat was even puzzelen, maar over het algemeen hebben we het goed kunnen opvangen. Het is belangrijk om flexibel te zijn in deze periode en de trainingen aan te passen aan de beschikbare groep.”
Je hebt al gesproken over de eerste trainingen, maar kun je wat dieper ingaan op hoe je die precies hebt ingericht? Wat zijn je belangrijkste doelen in deze fase van de voorbereiding?
“De eerste trainingen van de voorbereiding zijn voor mij altijd cruciaal. Mijn belangrijkste doel is om een goede sfeer te creëren en ervoor te zorgen dat de spelers plezier hebben op het veld. Als je het voor elkaar krijgt dat spelers met een glimlach naar de training komen, heb je de eerste stap al gezet. We doen veel oefeningen die zowel leuk als uitdagend zijn, en ik probeer altijd een sterke band te creëren tussen de spelers en mijzelf. Daarnaast is het belangrijk om alles overzichtelijk te houden. Je wilt niet te ingewikkeld beginnen; het moet duidelijk zijn wat je als trainer van de groep verwacht. De intensiteit van de trainingen is ook een aandachtspunt, vooral omdat sommige spelers al vanaf de eerste dag aanwezig zijn, terwijl anderen net terugkomen van vakantie. Het is een kwestie van balanceren om ervoor te zorgen dat iedereen op hetzelfde niveau komt zonder dat er blessures ontstaan.”
Je hebt al drie wedstrijden gespeeld in deze voorbereiding, waaronder twee in één weekend voor de Mooi Rooi Cup. Hoe kijk je terug op die wedstrijden? Wat zijn je belangrijkste bevindingen?
“Die eerste wedstrijden zijn altijd interessant omdat ze veel inzicht geven in de huidige staat van het team. Wat me opviel, was het enorme enthousiasme en de werklust binnen de ploeg. Dat is een fantastisch uitgangspunt om mee te werken. Enthousiasme kan echter een tweesnijdend zwaard zijn. Het is geweldig om te zien, maar het moet wel worden omgezet in effectief en efficiënt voetbal. Dat is de uitdaging waar we nu voor staan. Na een zwaar seizoen in de 3e klasse, waarin we helaas gedegradeerd zijn, merk ik dat de spelers weer fris in het hoofd zijn. Dat geeft me hoop en vertrouwen dat we dit seizoen beter voor de dag kunnen komen. We hebben een prima startpunt en nu is het zaak om die energie om te zetten in positieve resultaten op het veld.”
Er staan nog drie weken voorbereiding op het programma. Waar ligt in deze periode de nadruk tijdens de trainingen? Is het meer conditioneel of tactisch gericht?
“In deze fase van de voorbereiding ligt de nadruk nog steeds op het conditionele vlak. Het is belangrijk om iedereen fit te krijgen, zeker na de zomerperiode waarin sommigen misschien minder actief zijn geweest. We moeten ervoor zorgen dat alle spelers fysiek klaar zijn voor de start van het seizoen. Tegelijkertijd is het ook belangrijk om de tactische elementen niet uit het oog te verliezen. Het trainen op 4e klasse niveau moet in balans zijn met het spelplezier dat spelers halen uit het simpelweg bezig zijn met voetbal. Als de spelers geen plezier hebben, verlies je ze snel, vooral op dit niveau. Daarom probeer ik de trainingen zo in te richten dat ze zowel fysiek uitdagend zijn als leuk en afwisselend. Het doel is om een goede basis te leggen waarop we gedurende het seizoen verder kunnen bouwen.”
De bekerwedstrijden komen eraan. Wat zijn je verwachtingen daarvan en hoe zie je deze wedstrijden in het licht van de voorbereiding?
“Bekerwedstrijden zijn en blijven voor ons vooral oefenwedstrijden in deze fase. Ze bieden een uitstekende gelegenheid om verschillende spelers aan het werk te zien en om de fitheid van de groep te beoordelen. We spelen tegen een aantal interessante tegenstanders: een gepromoveerde 4e klasser, Mariahout, een gedegradeerde 4e klasser, Boskant, en Achilles Reek, een 3e klasser waar ik eerlijk gezegd nog niet veel van weet. Het niveau van de tegenstanders sluit goed aan bij wat wij in de competitie zullen tegenkomen, dus dat is positief. Vooral de wedstrijden tegen Mariahout en Boskant zijn leuk omdat het dorpse ‘burenruzies’ zijn. Die brengen altijd wat extra spanning en zijn ideaal om de scherpte erin te krijgen bij de spelers. Ik kijk ernaar uit; het zal wat leven in de brouwerij brengen en dat maakt het alleen maar leuker. Bovendien geeft het ons een goede indicatie van waar we staan en waar we nog aan moeten werken voordat het echte werk begint.”