Stel jezelf even voor:
Mijn naam is Mark Monden, geboren en woonachtig in Sprundel, op slechts 300 meter van het voetbalveld van ‘onze’ SV. Ik ben getrouwd met Nicole en we hebben samen 3 kinderen: Ise (12), Mads (10) en Beau (7). We genieten volop van ons gezin, al hebben we een druk leven, met name door voetbal. Verder ben ik – en de kinderen – fanatiek voetballiefhebber en Feyenoord-supporter van het eerste uur.
Wat doe je in het dagelijks leven?
Ik werk voor Ardo, een wereldwijd producent van vriesverse groenten, kruiden en fruit. Ik ben als salesmanager verantwoordelijk voor de Nederlandse foodservicemarkt. Ik heb het erg naar mijn zin!
Vertel eens iets over je eigen voetbalcarrière. Welke club(s)?
Vanaf de voormalige F-jes ben ik begonnen bij Sprundel en heb de hele jeugd doorlopen. Rondom mijn 17e ben ik gedebuteerd voor Sprundel 1. Na een paar jaren bij Sprundel 1 kwam Internos (destijds net terug uit de toenmalige hoofdklasse) voor mij op de stoep. Toentertijd wilde ik kijken waar mijn grens lag en heb die kans dan ook aangegrepen. In de voorbereiding bij Internos en de start van de competitie ging het heel goed, maar ik kreeg helaas vrij snel last van mijn geopereerde knie, met zogenaamde kalkafzetting. Ik durf wel te zeggen dat ik technisch en conditioneel gezien prima meekon, maar de knie speelde op dat niveau te veel een rol; je moet gewoon 100% fit zijn. Toen ik er daadwerkelijk achter kwam dat mijn herstellende knieblessure nog te zwaar woog om wekelijks op dit niveau te presteren, ben ik uiteindelijk met veel plezier weer teruggegaan om met mijn broers (Tommy en Rob) in het eerste van Sprundel te spelen. Daarna ben ik nooit meer weggegaan. Ik vergeet nooit de woorden van mijn broer Tommy toen ik de moeilijke keuze moest maken om weg te gaan bij Internos: “Mark, je kunt er in Etten-Leur jaarlijks 10 à 15 inschieten, maar over 20 jaar weet niemand dat meer in Sprundel en wellicht ook niet meer in Etten. Kom die goals hier (Sprundel) maken en dan heb je het daar nog jarenlang over met club- en dorpsgenoten.” En zo geschiedde.
Welke positie(s)?
Ik heb voornamelijk in de spits gespeeld. Ik was geen echte killer, maar was meer een ‘verbinder’. Ik denk dat ik uiteindelijk misschien wel meer assists heb gegeven dan zelf gescoord.
Hoogtepunten
Dat zijn er meerdere. De mooiste is wel het kampioenschap bij Beek Vooruit in 2007, op dezelfde dag dat de Eredivisie op knotsgekke wijze in het voordeel van PSV werd beslist. Wij wonnen die dag met 0-1, nadat we het hele jaar bovenaan hadden gestaan en de voorlaatste dag op één punt achterstonden. Mijn vader had een DJ-set gehuurd en nam het hele sportpark over met muziek. De warmte, de spanning, de ontlading en die muziek, dat was geweldig. Ad Kas was dat jaar trainer. Ad gaf ons een gevoel van onoverwinnelijkheid. Ook een hoogtepunt was het kampioenschap bij Zundert onder trainer Hans Heeren in 2003 en de inbreng die ik in mijn eerste jaar in de selectie kon geven aan het team. Hans Heeren was iemand die je echt een goed gevoel kon geven; hij had vertrouwen in zijn spelers. De schitterende (avond)wedstrijden tegen Rood-Wit, vaak op het scherpst van de snede met veel supporters. In het kampioenschapsjaar met Ad Kas was de mooiste wedstrijd uit mijn carrière; m.n. echt als team wonnen we na zoveel jaar weer eens van Rood-Wit. Een soort volksfeest voltrok zich in De Coop (café) in Sprundel; we werden als helden onthaald. De wedstrijden tegen RSV waren een strijd op het veld, maar er hing een hele mooie sfeer daarbuiten. Het voetballen samen met mijn twee andere broers met altijd maar weer onze vader aan de kant; ik beleefde het als een feest. Uiteindelijk heb ik ook de ietwat ‘magerdere’ jaren waarin we moesten vechten voor lijfsbehoud in de 4e klasse, gek genoeg, als hoogtepunt ervaren. Rob en ik belden in die periode elke dag over voetbal. We voelden ons ontzettend verantwoordelijk, al kon ik door mijn studie in die tijd niet altijd trainen.
Dieptepunten/Teleurstellingen
Op persoonlijk vlak was mijn knieblessure net na het kampioensjaar bij Zundert in 2003 een dieptepunt. Ik had het gevoel dat ik onoverwinnelijk was; ik scoorde in de voorbereiding van seizoen 2003-2004 echt aan de lopende band. Ik was 20 en vol branie. Tot ik op een training een overstrekking maakte en later bleek dat mijn voorste kruisband voor 2/3 was afgescheurd. Na 3 maanden revalidatie scheurde ik in een wedstrijd thuis tegen Moerse Boys opnieuw mijn kruisband, nu helemaal. Weer 9 maanden out. Al met al lag je weer een jaar stil. De ‘reis’ terug was best lastig; het liep niet meer zoals het eerst was en dat onoverwinnelijke gevoel is nooit echt meer teruggekomen. Ik heb jarenlang getraind met bepaalde irritatie in mijn knie, maar meestal was dit na 15 minuten wel weg. Mentaal veranderde ik ook wel iets; ik werd wat opstandiger in de groep en het liep niet zoals het moest. Maar al met al kom je uiteindelijk sterker uit zo’n situatie en nu weet je ook hoe spelers zich voelen tijdens en na een flinke blessure.
Daarnaast was het verloren kampioenschap uit bij Raamsdonk, ook op de slotdag van de competitie in 2005, een teleurstelling. Tot op de dag van vandaag kunnen we het nog niet geloven. Wat zich daar allemaal afgespeeld heeft, ik weet nog wel dat de scheidsrechter echt bizarre beslissingen maakte en dat er een zeer intimiderende sfeer hing. In de 115e minuut – wat al een bizar gegeven was gezien de speeltijd – waren we nog kampioen. Na een vrije trap van Raamsdonk werden zij alsnog kampioen.
Welke clubs heb je getraind en waar train je nu? Vertel iets over de club(s) waar je getraind hebt.
Ik ben mijn trainersloopbaan begonnen bij SV Sprundel 2. Ik heb echt een geweldige tijd gehad bij Sprundel 2; er was sprake van een enorme connectie met de groep in mijn beleving, zelfs toen de resultaten nog tegenzaten. Ik gaf aan bij de voorzitter dat ik het slechts deed voor die gasten en dat ik niet zozeer gediplomeerd trainer wilde worden. Twee weken nadat ik begonnen was, had ik me aangemeld voor de trainerscursus. In het seizoen 2022-2023 zijn we hoog geëindigd in de 2e reserve-klasse en hadden we dit onszelf ook ten doel gesteld. Gezien de nu vertrokken hoofdtrainer Patrick Arnouts nog prima op zijn plaats zat – en ikzelf ook weleens buiten de Sprundel-grenzen wilde kijken – kwam VV Achtmaal op mijn pad. Diezelfde connectie die ik ook met Sprundel 2 had, had ik ook met de spelersgroep van Achtmaal, maar ook met de vereniging an sich. We zijn kampioen geworden vorig seizoen; dat waren we ook aan onze stand verplicht, we hadden immers alle ingrediënten om kampioen te worden. Maar kampioen worden doe je niet zomaar, daar moet voor gewerkt worden. Ik ben elke wedstrijd en training met ontzettend veel plezier naar Achtmaal gereden, op één training na. Dat was het moment dat ik in de laatste trainingen voor de winterstop ‘mijn’ jongens moest vertellen dat ik na één seizoen alweer weg zou gaan. En dat bij de club die mij een kans gaf terwijl ik ten tijde van het tekenen van het contract nog geen diploma had, dat woog bij mij behoorlijk door. Maar uiteindelijk kies je met je hart, vooral ook om familiaire omstandigheden. Dat ik ooit trainer zou worden bij Sprundel was wel duidelijk denk ik, maar om familiaire redenen wilde ik dat juist nu al doen. Uiteindelijk is het begrip, eerlijkheid en de wederzijdse waardering vanuit de mensen in Achtmaal me het meest bijgebleven uit die periode. De rijen in de spelersgroep bleven ook gesloten, ondanks de teleurstelling. Als trainer is het absolute hoogtepunt natuurlijk het kampioenschap met Achtmaal, na 33 jaar weer een titel voor de club en het dorp. Om daar onderdeel van uitgemaakt te hebben, is geweldig! Inmiddels ben ik dus hoofdtrainer van de club waar ikzelf 16 jaar in het eerste heb gespeeld, SV Sprundel. Ik doe dit samen met mijn broer Rob, wat het echt een geweldige dimensie geeft voor mijn gevoel.
Heb je voorbeelden als trainer en waarom?
Jazeker, Arne Slot, in werkelijk alle opzichten! Nog nooit zag ik iemand zo ogenschijnlijk moeiteloos, maar toch doordacht mensen in de media op een goede manier te woord staan. Een groot onderdeel van het vak hoofdtrainer zijn in mijn optiek. Als hoofdtrainer dien je ook iedereen te woord te staan, van voorzitter tot jeugdspeler, van sponsor tot vrijwilliger. Of je het nu wilt of niet; de hoofdtrainer is de thermometer van de groep spelers met alles wat je zegt of doet. Als trainer ben jij de leider van het team, bewust en onbewust. Hoe wij omgaan met succes, falen, moeilijke situaties, conflicten en andere mensen, beïnvloedt hoe mijn spelers zich gedragen in onze opinie. Arne Slot blinkt in alles uit, dan hebben we het nog niet eens over het tactische aspect gehad. Het mooie is dat Slot zelf ook beaamt dat het grootste verschil dat je kunt maken nog altijd in de omgang met mensen ligt. Iedereen kan mooie trainingen of tactieken bedenken; het omgaan met mensen is het allerbelangrijkste, hier staan Rob en ik heel erg voor. Wij zijn dan ook – ook door onze lange periode in het eerste elftal – in de stellige overtuiging dat de trainer daadwerkelijk verschil kan maken, met name op de manier hoe je met het spelletje en de jongens bezig bent. Wij vonden altijd vreselijk veel van onze trainers uit onze tijd, dan moet je ook even zo stoer zijn om het nu zelf maar eens te doen. Buiten Hans Heeren en Ad Kas zijn jeugdtrainers Geert van Koulil en Jac Hoppenbrouwers altijd bij mij blijven hangen, bevlogenheid ten top, met kippenvel terug het veld op als het even niet liep, mooi! Ik dacht altijd: dit wil je toch als speler!
Wat is je indruk van de voorbereiding tot nu toe?
Zeer positief. Dat halen we met name uit de wederzijdse energie die wij voelen in en rondom de groep. Resultaten zijn voor ons nu nog niet het belangrijkste, al hebben we een enorme hekel aan verliezen. Liever een verliespartij in de voorbereiding met bepaalde principes die goed gingen, dan winst zonder dat je opmerkt dat ze eigenlijk niets hebben opgenomen qua principes en speelwijze. De selectie is ietwat van samenstelling veranderd en sommigen hebben wat meer tijd nodig om de intensiteit van het eerste elftal zich eigen te maken, maar ze krijgen die tijd. Daarnaast trainen we veel op spelprincipes, zonder voetbal onnodig moeilijk te maken. Voetbal moet in de basis simpel zijn, maar de jongens mogen niet met vraagtekens het veld op.
Wat zijn je verwachtingen voor komend seizoen?
Wij snappen dat we niet echt uitgesproken zijn met dit antwoord, maar de verwachtingen spreken wij niet naar buiten uit. Wij laten de jongens zelf een doelstelling opstellen, die krijgen we dan teruggekoppeld vanuit de groep. Wij gaan er vervolgens wat van vinden. Als trainer kun je bijvoorbeeld roepen dat je in de top-3 wilt eindigen; dat is hartstikke leuk, maar als de groep er anders over denkt, dan is dat je eerste ‘kloof’. Wij maken ze liever onderdeel en medeverantwoordelijk.
Welke teams verwacht je bovenaan in jullie competitie?
Wij kregen tijdens het gemeentetoernooi goede indrukken van Rood-Wit en RSV. We zitten in een uitdagende, maar geweldig mooie competitie. Rimboe heeft indruk gemaakt in de voorbereiding, onze eerste tegenstander. Breskens is nog de grote onbekende voor ons. Ik hoop uiteraard ook dat Achtmaal het goed gaat doen.
Wat is je persoonlijke ambitie?
Daar ben ik eigenlijk niet zo mee bezig; ik heb geen carrièrepad of zo. Ik heb altijd gedacht: of ik word voorzitter van SV Sprundel of de toekomstige hoofdtrainer. Ik ben voorlopig heel blij met dat laatste. Wellicht, samen met mijn broer, de Arsène Wenger van Sprundel, zoiets? Maar een trainer heeft, hoe goed of hoe slecht, altijd een houdbaarheid. Evenals dat je uiteindelijk ook zo goed bent als je spelersmateriaal, al kun je – nogmaals – een enorme invloed hebben op het team in onze optiek.
Wil je verder nog iets kwijt?
Is het niet genoeg? Haha!
geweldig interview Mark. Ik hoop dat jij en Rob Sprundel op de kaart zetten. Ik kom zeker kijken.
Heel veel succes.
Mooi interview Mark,
Succes met sprundel, maar dat gaat je wel lukken samen met Rob.
Dat jullie maar veel punten mogen pakken.
Nogmaals heel veel succes.