Vandaag spraken we met Theo van Geffen. De 54 jarige inwoner van Rosmalen staat voor zijn eerste jaar bij 4e divisionist Best Vooruit.
Afgelopen zondag is de competitie van start gegaan. Hoe kijk je terug op de voorbereiding van het team?
“De voorbereiding is voor ons altijd een cruciaal onderdeel van het seizoen. We hebben het jaarplan zo opgebouwd dat zowel de conditionele als de tactische aspecten goed aan bod komen. Dit vormt de rode draad door ons seizoen. Het is belangrijk dat de spelers vanaf het begin weten wat er van hen verwacht wordt, zowel fysiek als strategisch. Al met al ben ik tevreden over hoe het tot nu toe is gegaan.”
Jullie openden de competitie met een zware 6-0 nederlaag tegen Groene Ster. Wat zijn je gedachten daarover?
“Die uitslag was natuurlijk een flinke tegenvaller. Je begint altijd met de hoop om sterk uit de startblokken te komen, maar Groene Ster was duidelijk een maatje te groot voor ons in deze wedstrijd. Toch moeten we het in perspectief zien. Wij werken met een ploeg die voornamelijk uit eigen jongens bestaat, wat op dit niveau echt bijzonder is. Veel andere teams in onze competitie hebben meer middelen en richten zich actief op het aantrekken van spelers van buitenaf. Dat wij het met onze eigen talenten doen, maakt me trots, ook al hebben we soms moeilijke wedstrijden zoals deze.”
Dat klinkt als een bewuste keuze om met eigen opgeleide spelers te werken. Hoe beïnvloedt dat de samenstelling van je selectie?
“Absoluut, dat is een bewuste keuze. We geloven in het ontwikkelen van onze eigen spelers, en dat zie je terug in onze selectie. Op dit moment hebben we wel wat uitdagingen. Eén speler is nog op vakantie, en we hebben wekelijks te maken met afwezigen omdat sommigen een weekendje weggaan. Bovendien hebben we op dit moment drie spelers die geblesseerd zijn. Dat vraagt veel van de andere spelers, maar het is mooi om te zien hoe de groep daarmee omgaat. Het is een zeer gedreven team, en de trainingen verlopen daardoor ook heel goed.”
Wat zijn de consequenties van deze afwezigheden voor jullie voorbereiding en de eerste competitiewedstrijden?
“Het is zeker een uitdaging, vooral omdat we voortdurend moeten schakelen. Spelers gaan weg, komen terug van vakantie, en dan zijn er nog de blessures waar we rekening mee moeten houden. Maar dat hoort er nu eenmaal bij op dit niveau. Gelukkig hebben we in de voorbereiding al aardig wat dingen kunnen zien en uitproberen. De resultaten in de oefenwedstrijden waren redelijk, hoewel die niet altijd alles zeggen. Het belangrijkste is dat we hebben kunnen zien waar we staan en welke punten nog aandacht nodig hebben.”
Jullie spelen dit seizoen niet in de beker, maar stromen later in. Wat betekent dat voor jullie programma?
“Klopt, we doen dit seizoen niet mee aan de reguliere bekercompetitie en stromen pas in oktober in bij de overige poulewinnaars. Dat geeft ons wat meer tijd om ons volledig te richten op de competitie. Het biedt ook de mogelijkheid om meer te focussen op specifieke trainingsdoelen en om eventuele blessures de tijd te geven om te herstellen.”
Tot slot, hoe zie je de komende weken voor je? Wat zijn de belangrijkste aandachtspunten voor het team?
“De komende weken staan in het teken van stabiliteit en groei. We willen de tactische afspraken verder verfijnen en zorgen dat iedereen fysiek in topvorm komt. We hebben een groep die bereid is om hard te werken, en dat is een enorme kracht. Als we iedereen fit en gefocust kunnen houden, ben ik ervan overtuigd dat we de resultaten kunnen gaan boeken die we willen zien. De eerste wedstrijd was een wake-up call, maar het seizoen is nog lang. We blijven bouwen aan ons spel en aan het vertrouwen binnen het team.”